Als hogere dijken
ons niet meer beschermen tegen het stijgende water moeten we ergens anders
heen, schreven zes wetenschappers van de Universiteit Utrecht in december 2018.
Maar waar we heen moeten, zeiden zij er niet bij. Toch zijn de opties daarvoor al een paar decennia geleden uitgewerkt. Die kwamen naar voren in samenwerkingsprojecten van Europese onderzoeksinstituten gefinancieerd door de Europese Commissie in Brussel en door Nederlandse ministeries.
Maar waar we heen moeten, zeiden zij er niet bij. Toch zijn de opties daarvoor al een paar decennia geleden uitgewerkt. Die kwamen naar voren in samenwerkingsprojecten van Europese onderzoeksinstituten gefinancieerd door de Europese Commissie in Brussel en door Nederlandse ministeries.
De belangrijkste optie
was het geleidelijk vertrekken uit de lage helft van Nederland, door nieuwbouw
in de Randstad af te remmen en veel werkgelegenheid elders te creƫren, met name
voor hogergeschoolden. Voor de uitvoering daarvan zijn adviezen van
wateringenieurs niet voldoende, evenmin als van stedelijke en provinciale
beleidsmedewerkers. Daar is landelijk, multisdisciplinair beleid voor nodig.
Maar het zal om
meer gaan dan langzaam opschuiven naar de hogere helft van ons land. We wonen
niet alleen in Nederland. we wonen ook in de Europese Unie. Burgers en
bedrijven kunnen verhuizen naar aangrenzende landen. Het zal aan te bevelen
worden onze kinderen en kleinkinderen Duits of Frans te laten leren. Of, heel
iets anders, het Rotterdamse havenbedrijf zou van harte welkom zijn in het
Franse Le Havre.
Deze en
soortgelijke bevindingen zijn gerapporteerd aan de Europese Commissie en
Nederlandse ministeries. Het voornaamste obstakel is dat alleen mensen op
onderzoeksafdelingen de voorstellen lezen. De beleidsmakers zijn doorgaans te
druk bezig met lopende kwesties.
Een navrant voorbeeld daarvan kregen we van de hoge ambtenaar op een Nederlands ministerie die met ons had meegedacht over een toekomstscenario. Toen wij hem vroegen of hij de uitkomst aan zijn minister zou voorleggen, zei hij: “Oef, nee. Dat zou ik niet durven.”
Een navrant voorbeeld daarvan kregen we van de hoge ambtenaar op een Nederlands ministerie die met ons had meegedacht over een toekomstscenario. Toen wij hem vroegen of hij de uitkomst aan zijn minister zou voorleggen, zei hij: “Oef, nee. Dat zou ik niet durven.”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten